Op reis met je hond

Zodra ik de leiband van de haak haal, danst mijn hond van opwinding: we gaan wandelen! En als ik mijn koffers aan het pakken ben, dan gaat ze helemaal in overdrive: we gaan op reis! Niet dat ze altijd met ons mee kan, maar als het een wandelvakantie betreft dan is het voor baasje én hond heerlijk om samen op te stap te gaan.

Om een wandelvakantie voor beiden te doen slagen, moet je wel een aantal zaken in overweging nemen. We helpen je graag op weg met deze checklist.

Dat je hond zelf staat te popelen om mee te gaan, staat buiten kijf. Klein of groot, jong of oud: alle honden voelen zich buiten in hun sas. Toch moet je je afvragen of de vakantie die je in gedachten hebt wel geschikt is voor jouw hond.

Hoeveel uren of kilometers kan je hond aan zonder zich te forceren? Is het terrein of de ondergrond wel geschikt? Wat met het klimaat; sommige rassen kunnen minder tegen de warmte dan andere? Het kan niet de bedoeling zijn dat de hond met overbelaste spieren of gewrichten naar huis gaat. Dat zijn voetkussentjes verbranden op heet asfalt. Of dat hij er halverwege de vakantie simpelweg de brui aan geeft. Ga dus goed na welke de karakteristieken van de wandeling en de bezochte streek zijn en of hij die aankan. Jij kent je hond het beste. En als het de eerste keer is, kies dan liever een makkelijke, korte vakantie of een weekendje.

Het verdient hoe dan ook de aanbeveling om de conditie van je hond op peil te brengen. Ga de weken voor je vertrek wat vaker wandelen, en drijf de duur van de wandelingen geleidelijk op. Dat geldt trouwens ook voor zijn baasje 😉.

• Elk land heeft zijn voorwaarden en formaliteiten voor het binnenbrengen van een hond, ook al is het maar voor een vakantie. Informeer je hierover goed, beter nog vóór je de reis boekt dan erna want misschien zijn de voorwaarden van die aard dat je liever een andere bestemming kiest.
• Vaak heb je een attest nodig van je dierenarts, of zijn er bepaalde vaccinaties vereist die je enkele weken op voorhand moet laten zetten. Begin er dus  tijdig aan. De dierenarts kan je ook informeren over eventuele preventieve maatregelen tegen teken en andere dingen waar je in het buitenland rekening mee moet houden.
• Vergeet zeker zijn hondenpaspoort niet. Zorg eventueel ook voor een foto van je hond; dat kan nuttig zijn voor het geval je je hond kwijt bent en je mensen wil aanspreken of ze hem gezien hebben.
• Op de website van de Vlaamse overheid kan je meer informatie vinden over het reizen met een huisdier naar het buitenland. Daar vind je ook links naar andere websites waar je bijkomende informatie kan vinden.

Met de auto

• In de meeste gevallen dat je de hond meeneemt, reis je met de wagen naar de bestemming. Jij weet beter dan wie ook hoe je hond zich voelt tijdens een autorit. Denk eraan dat een lange rit niet hetzelfde is als een kort ritje in eigen land. Voorzie dus zeker voldoende pauzes en voldoende tijd daarvoor. Laat je hond rennen en spelen. Nog beter is het om de heen- en terugrit in twee stukken te doen, met een overnachting onderweg. Dan heb je tijd om ook op die transferdagen enkele uren te wandelen zodat je hond niet uitgeput van de lange rit aan zijn wandelvakantie begint.
• Heb je ondervonden dat je hond makkelijk misselijk wordt tijdens een autorit, voorzie dan slechts een lichte maaltijd voor het vertrek. De symptomen van misselijkheid kunnen erg uiteenlopen: overmatig kwijlen, hijgen, slikken, lippen aflikken, rusteloosheid, angst, trillen en beven, kokhalzen of braken. De dierenarts kan een middel voorschrijven tegen wagenziekte. Maar als je weet dat je hond steevast misselijk wordt tijdens een rit, moet je je misschien eerder afvragen of het wel een goede zaak is om hem per se op reis te willen meenemen …?
• Voorzie een drinkbakje om de hond regelmatig te laten drinken, en best ook een drinkfles zodat je niet afhankelijk bent van de voorzieningen onderweg.
• Zorg er ook voor dat je hond niet in de volle zon zit tijdens de rit. En laat nooit je hond achter in de auto, ook niet met open ramen of in de schaduw. Een temperatuur van even boven 20 graden kan voor honden al gevaarlijk zijn. Zelfs bij een korte blootstelling kan de lichaamstemperatuur tot boven de 40 - 41 graden stijgen, met beschadiging van organen en weefsels tot gevolg (en mogelijk de dood).
• In sommige landen (bijv. Duitsland) moet je hond vastzitten in de auto. Dan heb je een speciale hondengordel nodig, die je kan vinden in de handel.

Met de trein

• Reis enkel met de trein als je weet dat je hond urenlang kan stilliggen zonder de medepassagiers te storen.
• Een lange treinrit met weinig of heel korte haltes is niet aangewezen, omdat je dan geen gelegenheid hebt om je hond uit te laten.
• Voorzie drinken (en evt. wat eten) voor onderweg.
• Een muilkorf kan van pas komen (en is in sommige landen ook verplicht op het openbaar vervoer).
• Denk er ook aan dat je ook voor je hond een ticket moet kopen.

Met het vliegtuig

• In de cabine mogen enkel kleine honden mee die in een reistas op de schoot of aan de voeten kunnen zitten, en dat zijn dan allicht niet de meest geschikte honden voor een echte wandelvakantie. Grotere honden moeten in het ruim, waarbij je zelf voor een voldoende ruime bench (en eten en drinken) moet zorgen. Ga na waar je ter plaatse de bench kan achterlaten in afwachting van de terugreis. Zo’n bench kan je overigens huren, check het internet voor adressen.
• Voor de meeste honden is zo’n reis in het lawaaierige ruim van een vliegtuig – weg van zijn baasje – een traumatiserende ervaring. Overweeg dus goed of je dat je hond wil aandoen. Sommige rassen kunnen door de hoogte ook last krijgen van ademhalingsproblemen – een bezoek aan de dierenarts vooraleer je beslist om te vliegen is dus zeker aan te raden.
• Op de website van de luchtvaartmaatschappij vind je de nodige info over de richtlijnen voor het meenemen van je hond, en de prijs. Want ook hier moet je een ticket kopen voor de hond.

• Hondenpaspoort en evt. vaccinatiebewijzen
• Eten: voorzie ruim voldoende en ga er niet vanuit dat je zijn vertrouwde voer ter plaatse kan vinden.
• Hondensnoepjes en versnaperingen. Ze komen onder andere van pas om je hond te belonen als hij op de kamer moet blijven terwijl jullie aan het eten zijn in het restaurant.
• Eet- en drinkbak
• Een drinkfles voor onderweg
• Leiband
• Borstel/kam
• Tekentang
• Evt. een handdoek of mat om op te slapen.
• Een handdoek om hem af te drogen of schoon te maken na een wandeling in nat weer of op modderige ondergrond (heel geschikt zijn sneldrogende handdoeken uit de buitensportzaak).
• Een ruime voorraad zakjes voor de uitwerpselen, en enkele grotere geurdichte zakken of een afsluitbare doos om deze zakjes tijdens de wandeling op te bergen tot je een vuilbak tegenkomt.
• Bij ruwe ondergrond (bijv. scherp gesteente) of wanneer de ondergrond heet kan zijn: speciale schoentjes (te verkrijgen in de speciaalzaak) die voorkomen dat de hond blessures, blaren of brandwonden oploopt. Ook bij wandelingen in de sneeuw zijn aangepaste schoentjes nodig zodat de sneeuw niet vastklit aan de voetzolen en bevriezingen veroorzaakt.
• Bij een doorgaande trekking waarbij je zelf je bagage draagt, kan je voor de hond een speciaal rugzakje meenemen waarin hij zijn eigen eten draagt (te verkrijgen in de dieren- of buitensportspeciaalzaak). Laat hem wel op voorhand wennen vooraleer het hem meteen een hele vakantie te laten dragen.
• Evt. een muilkorf
• Evt. medicijnen als de hond die nodig heeft
• Evt. een vriesbot voor in de wagen (verkrijgbaar in de speciaalzaak of online). Je vult het met water, bouillon, appelsap … Vriest het in en tijdens de rit kan de hond erop kauwen, waarbij door minuscule gaatjes geleidelijk aan de vloeistof naar buiten komt en voor hydratering zorgt.

Hoe je ter plaatse met je hond omgaat, verschilt niet van thuis. Maar doordat je op andermans plaats logeert en eet, zijn er toch enkele dingen waarmee je best rekening houdt.

• Zorg dat je hond schoon is als je de accommodatie of het restaurant betreedt. Laat hem niet op het bed of meubilair. Wanneer de kamer (vast) tapijt heeft, laat hem dan bij voorkeur op een meegebrachte handdoek of mat liggen.
• Check steeds bij de uitbaters waar je hond wel en niet mag komen. Vraag bij een restaurantbezoek of honden welkom zijn.
• Als je je hond alleen in de kamer achterlaat, kom dan indien mogelijk tussendoor even aan de deur luisteren om te verifiëren of hij niet zit te blaffen, janken of aan de deur te krabben, of – erger - het meubilair van de kamer als speeltje aan het afbreken is. Door de radio of tv aan te zetten voelt hij zich minder alleen. Breng het personeel evt. op de hoogte dat je hond alleen op de kamer blijft en laat een telefoonnummer achter waar ze je indien nodig kunnen bereiken. Hang een kaartje ‘niet storen’ aan de deur.
• Niet iedereen vindt het leuk om vrolijk door een hond begroet of besnuffeld te worden. Houd je hond dus steeds aan de leiband en laat hem niet zomaar op eigen initiatief kennismaken met andere gasten.

Hopelijk komen baasje én hond voldaan van hun vakantie thuis.

Heb je opmerkingen of suggesties die voor ons en voor toekomstige hondenliefhebbers van nut kunnen zijn, laat het dan zeker weten.

En stuur ons gerust je leukste foto’s met of van de hond door.