Bij de Sámi in de bergen van Jämtland

Jämtland is een uitgestrekte regio in Centraal-Zweden. Een desolaat gebergte vormt de westelijke grens met Noorwegen. Onze gediplomeerde gids Sofie groeide hier op en kent de streek als geen ander. Zij neemt je mee op dagtochten door dit weids landschap, met de afgeronde bergen, meren en watervallen als decor. We verblijven in gezellige cottages, waarvan ook twee nachten in een dorp van de Sámi, de oorspronkelijke bewoners van Noord-Scandinavië. Een reis naar een authentiek stukje grensland tussen Zweden en Noorwegen.
Heenreis naar Trondheim in Noorwegen, waar Sofie ons opwacht. We rijden pal oostwaarts en steken na amper 2 uur de grens over. We zijn nu officieel in Zweden, maar als je het aan de plaatselijke bevolking vraagt zijn we in de eerste plaats in Jämtland. De regio vormde in een ver verleden een eigen land, kwam nadien onder Noors en vanaf halverwege de 17de eeuw onder Zweeds gezag. Het lokale dialect leunt meer bij Noors dan bij Zweeds aan, de bewoners zijn een mengeling van landbouwers in de valleien en Sámi-herders op de hoogvlakten. Voor hen bestaan er in het gebergte geen staatkundige grenzen, en net als zij zullen we tijdens deze week zowel op Zweeds als Noors grondgebied rondzwerven.
De minibus zet ons af aan de rand van de weg. De laatste 150 meter naar onze overnachtingsplaats leggen we te voet af: gezellige cottages in de natuur, ver van de drukte.
Als intro kan het tellen: een wandeling langs de grootste waterval van Zweden. Opgelet: niet de hoogste, wel de langste. In meerdere treden bruist de rivier over honderden meters lengte bergafwaarts, om tenslotte uit te monden in een groot meer dat we in de verte zien liggen. We maken voor het eerst ook kennis met de mossen, bosbessenstruiken, lage berken en naaldbomen, typische planten van de lager gelegen gebieden.
We dineren en overnachten opnieuw in dezelfde cottages. Er is gelegenheid tot sauna.
Onze dagrugzak gevuld met een picknick vertrekken we voor een dag wandelen in volle natuur. We stijgen omhoog uit de vallei en zitten al snel boven de boomgrens, die hier veel lager ligt dan in bijvoorbeeld de Alpen. Rondom ons kabbelen beekjes, waarvan het water drinkbaar is. In de verte doemt het silhouet op van een primitieve schuilhut, boven op een afgeronde, kale top van 842 m. Wanneer we er een pauze nemen, begrijpen we waarom deze plek de ‘Tempel van de Winden’ wordt genoemd: ze is vaak genadeloos blootgesteld aan de elementen. Op zonnige dagen kan het hier lekker warm zijn en heb je een 360 graden panorama op het landschap rondom, maar op andere dagen kan de temperatuur zelfs in de zomer zakken tot het vriespunt, en ben je volledig je oriëntatie kwijt in de dichte mist.
We verplaatsen ons met de minibus naar een dorp bewoond door Sámi (of Sapmi). Dit herdersvolk zwerft al duizenden jaren met hun rendierkudden rond in de noordelijke delen van Zweden, Noorwegen, Finland en Rusland. Tegenwoordig leiden veel Sámi een ‘modern’ leven, maar toch hebben ze veel van hun oude tradities en erfgoed weten te bewaren. Het hoeden van rendieren is zowel een manier van leven als een belangrijke bron van inkomsten. We verkennen de omgeving van het dorp, en in de namiddag leren we vuur maken. Koffie of thee met een kaneelbol of stukje gebak erbij: de Zweedse ‘fika’ wordt ook in open lucht niet overgeslagen.
In de voormiddag gaan we weer op wandel. Hoewel het eind juni is, is de kans groot dat het glooiende landschap nog bespikkeld is met witte plekken sneeuw. De namiddag gebruiken we om kennis te maken met Sámi-handwerk - in de Sámi taal 'Duodji' genoemd. Handwerk is nog altijd een veel beoefende nijverheid door iedereen in de gemeenschap. Alleen natuurlijke en overtollige materialen worden gebruikt, zoals hout en schors, maar ook delen van het rendier. We wagen ons aan het maken van een “göralöspinne”, een houten stok die met inkervingen wordt gedecoreerd.
Wie zin heeft, kan nadien gaan zwemmen.
Op de wandeling van vandaag leert Sophie ons uitkijken naar eetbare planten en vruchten. Wildplukken is een traditionele manier waarop Sámi hun voedsel vergaren. In dezelfde context gaan we in de namiddag vissen. Daarna rijden we terug naar de verblijfplaats van de eerste dagen, waar we onze knusse cottages terugvinden.
Dat is de tot de verbeelding sprekende naam van de waterval die we op de wandeling van vandaag tegenkomen. De wandeling voert ons nog verder, de Noorse grens over. Daar ligt een micro-brouwerij waar we ons tegoed doen aan een lekker lokaal biertje.
We rijden terug naar de luchthaven van Trondheim, nemen afscheid van onze gids Sofie en vatten de terugreis aan.
Waar mogelijk kiezen we voor vervoer over land in plaats van vliegen. Wanneer we toch vliegen, moet de reis voldoende lang zijn - geen minitrips per vliegtuig dus. En omdat vliegen een nadelige impact heeft op het klimaat, steunt Anders Reizen financieel de internationale bosbouwprojecten van Bos+. Lees meer over hoe jij met het boeken van deze reis Bos+ steunt.