Wintertrekking bij de Berbers in de Hoge Atlas

In de winter krijgt de Hoge Atlas iets extra’s. De toppen staan vaak stralend wit, de lucht is helder en fris. In dat decor maken we een doorgaande trekking: dag na dag wandelen we door een van de mooiste valleien van Marokko, met brede zichten, afwisselende paden en het massief van de M’Goun als indrukwekkende achtergrond. Stevig wandelen dan niet in de sneeuw, met de ondersteuning van een ervaren lokaal team, en onderweg een kennismaking met het leven in de Atlas.
En er is ook Marrakech. En de tegenstelling tussen de kleuren en geuren van de stad en de open ruimte van de Atlas.
Transfer naar het hotel.
Na het inchecken hebben we tijd om naar het Jemaa El-Fnaa-plein te trekken, hét symbool van Marrakech. We worden er meteen ondergedompeld in de typische sfeer van de stad: met zangers, muzikanten, slangenbezweerders, acrobaten, astrologen, waarzeggers,…
Overnachting in een hotel.
Verder bezoek aan Marrakech, een keizerlijke stad die in 1062 werd gesticht aan de voet van de Hoge Atlas. Als vroegere hoofdstad van een rijk dat tot in Zuid-Spanje reikte, draagt de stad nog altijd sporen van een verfijnde Andalusische invloed. Tijdens een eerste verkenning wandel je langs paleizen, stadspoorten en muren die het verhaal vertellen van sultans, karavanen en eeuwen van handel en macht.
Het programma is afhankelijk van de smaak van de groep, maar er zijn een paar echte klassiekers: de Bab Agnaou, wellicht de mooiste toegangspoort van de oude stad, de 12de-eeuwse Ben Youssef Medersa met haar serene binnenplaats, en het El Badi-paleis, ooit een toonbeeld van grandeur, vandaag een indrukwekkende ruïne waar je je de vroegere pracht zo kunt voorstellen. Ook het Bahia-paleis mag niet ontbreken: een labyrint van zalen, patio’s en tuinen waar het licht altijd net anders valt.
Maar Marrakech leer je vooral kennen in de soeks. Je loopt er door een wirwar van steegjes vol kleur en beweging, waar ambachtslui nog altijd hout snijden, leer bewerken, metaal hameren en tapijten knopen. Het is er levendig zonder dat het een museum wordt: dit is gewoon het dagelijkse ritme van de stad. En wie daarna even wil pauzeren, vindt makkelijk een rustig dakterras om met een muntthee of iets fris de drukte van bovenaf te bekijken.
Vanuit Marrakech rijden we door de met palmboomplantages bedekte vlakte noordoostwaarts in de richting van het M’Goun-massief. We houden halt bij de waterval van Ouzoud voor de lunch en een wandeling. Daarna rijden we gestaag omhoog en het wordt frisser; palm- en loofbomen maken plaats voor coniferen.
In Agouti (1760 m) worden we met de traditionele Marokkaanse thee ontvangen.
We slapen in een redelijk comfortabele gîte met voldoende sanitair.
We maken kennis met de muilezeldrijvers, de bagage wordt geladen en we beginnen aan de tocht naar Rbat (1935 m). We vangen een glimp op van Jebel (Arabisch voor 'berg') Azourki, die ons voortdurend als herkenningspunt zal dienen. Het kleine pad dat we volgen loopt langs velden en akkers die in de zomer worden bewerkt, maar die er nu verlaten bijliggen. Onderweg hebben we enkele korte klimmetjes naar uitzichtpunten over de vallei. We passeren een aantal kleine dorpjes zoals Tabant, waar we op het centrale dorpsplein onder de bomen van een picknick genieten.
In Rbat overnachten we in een primitieve gîte in een berberhuis.
De zwaarste wandeldag vandaag. Na een korte inloop over vlak terrein gaan we de bergen in en beginnen met een stevige klim naar de Ouaougoulzat-pas op 2800 m. We worden omringd door bizar gevormde cederstruiken. Eens boven zien we in de verte de top van de M’Goun. We dalen over de graat, grotendeels zonder pad, af naar het dorp Zawyat Oulmzi (2150 m), het laatste dorpje van de Bougmez-vallei.
Overnachting in een gîte (met douche en hammam).
Een lusvormige tocht brengt ons naar de col Tizi-n-Taghfist (2540 m) en naar het al dan niet bevroren Izourar-meer op de hoogvlakte. De hele tijd staan we oog in oog met de indrukwekkende Azourki-zuidwand.
Overnachting in dezelfde gîte in Zawyat Oulmzi.
Afhankelijk van de aan- of afwezigheid en de hoeveelheid sneeuw, zijn er vandaag twee mogelijkheden: we volgen meteen de Bougmez-vallei in westelijke richting of we gaan eerst noordwaarts in de richting van de Aït Ourit-pas om pas verderop de Bougmez-vallei te vervoegen.
Ons einddoel is alleszins Agouti, waar we op dag 3 al hebben overnacht.
waar we de verdere namiddag en avond verder kunnen gaan met het bezoeken van deze fascinerende stad, alvorens terug te keren naar de Belgische winter.
Overnachting in een hotel.
Transfer naar de luchthaven en terugvlucht naar Brussel.
Waar mogelijk kiezen we voor vervoer over land in plaats van vliegen. Wanneer we toch vliegen, moet de reis voldoende lang zijn - geen minitrips per vliegtuig dus. En omdat vliegen een nadelige impact heeft op het klimaat, steunt Anders Reizen financieel de internationale bosbouwprojecten van Bos+. Lees meer over hoe jij met het boeken van deze reis Bos+ steunt.